Arbitrage |
Het Arbitrageplan van Hockeyclub Amsterdam |
We mopperen vaak op ze, we vinden het zelf niet altijd leuk om te doen, maar één ding staat vast: zonder scheidsrechters kan een wedstrijd niet doorgaan. Al jaren kampt de KNHB met een teruglopend aantal scheidsrechters om alle wedstrijden in competitieverband te kunnen leiden. Amsterdam kampt met hetzelfde probleem. Het plan van aanpak begint bij de jongste jeugd en eindigt met de senioren: Groep Activiteit D-jeugd Hockeydiploma en kennis basisregels hockey C-Jeugd Rechtstreekse kennismaking met regels door middel van uitleg van speltechnieken. Opdoen van eerste ervaring als begeleider B-Jeugd CS (= clubscheidsrechter) kaart opleiding + diverse wedstrijden begeleid fluiten A-Jeugd Bijscholing op (nieuwe) regels met de nadruk op het gebruik in het eigen spel Senioren Sturing met behulp van briefing via captains en publicaties op de site en in de nieuwsbrief
Senioren: Junioren: Bij het opstellen van scheidsrechters wordt onderscheid gemaakt op grond van de benodigde capaciteiten van scheidsrechters. De aanstelling van scheidsrechters zal volgens het volgende model plaatsvinden: Teams Scheidsrechter *) Afhankelijk van het beleid van de KNHB Communicatie aanwijzingen Het wedstrijdschema op de website vermeldt bij de senioren het verantwoordelijke team. Bij de junioren worden de scheidsrechters bij naam genoemd (behalve als seniorenteams fluiten, dan alleen het team). Voor de jeugdwedstrijden: De categorieleiding van de teams die gefloten moeten worden belt een week tevoren (de aanwijzing is dan al een week bekend) de arbiters na, om hen te herinneren aan hun fluitbeurt. Afzeggen bij de categorieleiding is niet mogelijk. De speler moet zelf voor vervanging zorgen en dit per mail melden aan de scheidsrechtercommissie: [email protected] Alle scheidsrechters voor de jeugd dienen zich minimaal een kwartier voor het begin van de wedstrijd te melden bij de tafeldienst in het clubhuis. Bijsturing Helaas zullen bij het uitblijven van medewerking van leden ook concrete maatregelen genomen moeten worden. In eerste instantie wordt het aan de coach overgelaten te zorgen dat de bewuste speler de gevolgen van zijn afwezigheid of wanprestatie merkt. Bij voorkeur geldt de maatregel nog de wedstrijd van dezelfde dag. Bij gebrek aan spelers zal dit eventueel ook de volgende wedstrijd kunnen zijn. Als een clublid te vaak afzegt na te zijn ingedeeld, of deelname aan de cursussen saboteert, kan de speler worden geschorst. Eventueel zal het besluit zal op de website worden vermeld. Wij gaan er van uit dat het niet zo ver hoeft te komen. ARBITRAGECOMMISSIE AH&BC
Ruud Vermeulen augustus 2008 |
Wat doen scheidsrechters bij een strafcorner |
Afgelopen week gebeurde het weer eens: een scheidsrechter wees een strafcorner aan in de cirkel van de collega.
Daarom dit stukje om ervoor te zorgen dat we allemaal hetzelfde doen en de spelers dus weten wat ze kunnen verwachten.
Een strafcorner wordt alleen in het 23 meter gebied gegeven. Beide scheidsrechters kunnen buiten de cirkel fluiten voor een opzettelijke overtreding die een strafcorner verdient. Een strafcorner geven kan alleen de scheidsrechter op wiens helft de overtreding plaatsvond. Je kunt afspreken dat lang en hard fluiten een strafcorner betekent in het 23 meter gebied. Op die manier kan de andere scheidrechter aangeven dat hij/zij een reden voor een strafcorner ziet. Bij een overtreding in de cirkel heeft de andere scheidsrechter alleen een taak als om hulp wordt gevraagd. Spontaan zelf wijzen geeft vaak problemen omdat spelers het niet begrijpen, dan wel het gebruiken om voordeel te halen.
Tijdens de strafcorner hebben beide scheidsrechters een taak. Om dat goed te doen is een goede positie belangrijk. De leidende scheidsrechter staat 1 meter in het veld en 2 meter naast de doelpaal in de richting van de zijlijn. Dus niet op de rand van de cirkel of op een andere plaats. Zijn aandachtsgebied is de aangever en de verdedigers. Als iedereen min of meer in positie is doet hij de linker arm omhoog. De andere scheidsrechter staat in de as van het veld, dus in het midden tussen de doelen en maximaal 2 meter achter de 23 meter lijn. Ook zijn linker arm is omhoog tot alle verdedigers achter de middellijn zijn. Zijn aandachtsgebied betreft de aanvallers en de baan van de bal bij het schot op het doel.
De leidende scheidsrechter maakt oogcontact met de tweede om vast te stellen dat deze klaar staat, vervolgens ook met de aangever. De aangever speelt de bal als de arm gedaald is. Een eventueel te vroeg uitlopen van de verdedigers wordt door deze scheidsrechter gezien. De tweede scheidsrechter let op te vroeg inlopen van de aanvallers, hij ziet of de bal buiten de cirkel is geweest en hij let er ook op dat een aanvaller niet voor de aannemer langs loopt en shadow veroorzaakt. Deze scheidsrechter kan ook zien waar de bal eventueel een uitloper raakt en hij kan de hoogte van de bal bij een schot op doel beter zien door zijn positie. Kijk als leidende scheidsrechter even naar de ander voordat je een doelpunt geeft tenzij je 100% zeker bent. Dan hoef je niet te corrigeren als de andere scheidsrechter blijft staan en nee schudt.
Als aanvulling: Bij te vroeg uitlopen of inlopen gaat de speler terug over de middenlijn, ook de aangever bij schijnbewegingen. Alle spelers mogen terug op hun positie als er een tweede strafcorner uit de eerste komt, bijvoorbeeld door een bal op het onderbeen van de uitlopende verdediger.
We zijn duidelijk voor de spelers als we het allemaal op deze manier doen.
Ruud Vermeulen
Scheidsrechtercommissaris |
Zelf fluiten dus! Dat hoort erbij... |
De Bosclubs AH&BC, Hurley en Pinoké hebben een gezamenlijk standpunt ingenomen over het inschakelen van externe organisaties die de scheidsrechtersrol tegen financiële vergoeding overnemen.
Uitgangspunt is dat leden van de Bosclubs zelf scheidsrechter
zijn van de wedstrijden van hun eigen club. De Bosclubs willen op hun terrein geen
initiatieven waarbij (niet-)leden tegen financiële vergoeding scheidsrechter zijn
van een wedstrijd.
Dit betekent dat op zaterdag de jeugdwedstrijden door de aangewezen jeugdleden zelf, ouders of seniorleden gefloten worden. En op zondag fluiten seniorleden van de eigen club de wedstrijden.
Dit achten alle drie de clubs van belang omdat:
•
Het belangrijk is voor het leren van nemen van verantwoordelijkheid
voor de wedstrijd door de jeugd zelf;
•
Ondersteuning van de vereniging ook op dit gebied door de
jeugd/senioren geleverd wordt;
•
Het van belang is voor hun regelkennis dat jeugd/senioren
een scheidsrechtercursus doen en dit in de praktijk brengen;
•
Het voor het thema ‘sportiviteit en respect’ op onze clubs
van belang is;
• Het belangrijk is voor de betrokkenheid van de jeugd/senioren bij onze clubs en wij het afkopen van verplichtingen niet vinden passen binnen de vereniging die wij willen zijn.
Commerciële uitingen van externe organisaties in zake het
fluiten worden niet getolereerd
•
De bosclubs willen geen commerciële uitingen op hun terrein
zoals het dragen van een jacks, truien, shirts met de naam van een sponsor, anders
dan een sponsor waarmee een bosclub zelf contracten heeft afgesloten.
• De scheidsrechters zijn op zaterdag en zondag verplicht de jasjes te dragen die door de club zelf ter beschikking zijn gesteld. |