Historie | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
'Amsterdamsch' tophockey | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
'Amsterdamsch' tophockey in de vorige eeuw
Toen
het bestuur van de "vrienden” mij vroeg aan de hand van eigen belevenissen de in
sportief opzicht tot nu toe waarschijnlijk meest succesvolle periode van de
club uit de mottenballen te halen wilde ik
daar wel even over nadenken.
Reden
daarvoor is het -in 2007 eveneens voor de "vrienden” gehouden- praatje van teamgenoot
Charles Coster. Een rake en vrolijke schets van de wereld, meer in het bijzonder
van de hockeywereld in de 50er jaren en van het eerste elftal dat in 1958 uit
de eerste klas verdwijnt om er een jaar later ten koste van Hilversum weer in
terug te keren.
Het
relaas van Charles eindigt in 1959. Aan de in sportief opzicht niet de minste
jaren daarna besteedt hij een zin: "we zijn van 1962-1966 zonder
noemenswaardige inspanning een paar jaar achter elkaar landskampioen geworden”.
Punt uit.
Die
even kernachtige als korte samenvatting biedt dus voldoende ruimte de draad nog
eens op te pakken en de sportieve hoogtepunten uit de jaren ’60 van de vorige
eeuw wat uitvoeriger in beeld te brengen.
Bovendien:
een club die de laatste jaren weer zo prominent in de top van het Nederlandse
hockey meedraait en dit voorjaar opnieuw landskampioen wordt kan en mag natuurlijk
ook zijn eigen geschiedenis niet vergeten. Ook hier geldt: ken je klassieken!
Het
is dus in mei jl. exact 50 jaar geleden dat Amsterdam in 1962 voor de eerste
keer na de oorlog kampioen van Nederland wordt. Het laatste kampioenschap
daarvoor dateert uit 1937.
Dat
is het elftal o.l.v. Rein de Waal. Een speler/captain en later coach, ook van
het Nederlands XI, die vooral in tactisch opzicht zijn tijd lichtjaren vooruit
is. Ook onze generatie heeft daarvan nog kunnen profiteren.
Ik
neem u dus graag mee op een "trip down memory lane” maar beloof u tegelijk iedere
neiging tot nostalgie de kop in te drukken. En me daarom te concentreren op wat
zich op en om het hockeyveld afspeelt. Andere zeker ook memorabele zaken
blijven buiten beeld.
Zoals
o.m. het doldwaze optreden van "les Quatre Idiots”, de jarenlange rol van Bob
Zeverijn als de in meer dan een opzicht "gewichtige krantjesmagnaat” en de
vaste act van Bob van Lookeren die onder het motto: "lekker rokeren met van
Lookeren” met een sigaar uit eigen doos menige ledenvergadering weet te redden.
De
beginjaren
Zelf
word ik begin jaren ‘50 samen met een groep leeftijdgenoten lid van de hockeyclub.
Het
toelatingsritueel (ballotage als u dat netter vindt klinken) is natuurlijk
oerdegelijk en bestaat o.m. uit het op het clubhuis verschijnen in volledig clubtenue.
Uiteraard ook met stick, afkomstig van wie anders dan Eilers -zelf oud-speler
van heren I- in de Cornelis Schuytstraat. Van een trainingsoutfit heeft nog nooit
iemand gehoord, een trui (bij voorkeur wit) is het maximaal haalbare.
We
beleven het hockey tijdens die juniorjaren zoals in die tijd gebruikelijk:
"learning by doing”. De structuur daartoe is even duidelijk als eenvoudig:
woensdagmiddag training, zaterdag competitie. Bonuspunten verdien je door zondagmiddag
in het stadion naar het eerste te komen kijken. Waar wijkagent Kaat -uiteraard
met fiets- op afstand een oogje in het zeil houdt.
Het jaarlijks hoogtepunt is de landelijke
"hockeyjamboree” in de Paasvakantie: het Bosplan- en het Truid
Terwindt-tournooi. Het officieuze junioren landskampioenschap waarvan de finale bij hoge uitzondering in
het stadion gespeeld mag worden.
De
jeugdleiding bestaat uit vaderlijk optredende dus vertrouwenwekkende figuren: ik
noem o.m. Han Collot d’Escury (die als ik het me goed herinner vanwege de
modder geregeld op klompen loopt), daarnaast Rutger d’Ailly en Jan Schultsz. Een
vaste waarde is -wie kent hem niet- (bijles- annex hockeyleraar) "meneer”
Onland. Traditioneel uitgerust met pijp en stick met -uiteraard- hele lange
haak.
Hoewel
de vette en hobbelige polderklei zich niet bij uitstek leent voor technisch
verantwoord hockey zorgen -met heel veel inzet- eerst Jan Noomen en daarna Jan
Barlag er desondanks voor dat we ieder jaar opnieuw onder redelijke omstandigheden kunnen spelen.
En
hoe vaak jagen deze groundsmen ons als overenthousiaste junioren niet uit de
kwetsbare cirkels wanneer we weer eens willen laten zien hoe hard en hoog we de
bal in het net kunnen knallen.
Een
structureel probleem zijn de wormen die ieder najaar in groten getale op alle velden
de kop opsteken. Eens in de zoveel tijd worden ze met chemische middelen die
ook op afstand goed zijn voor een niet alledaagse reuksensatie bestreden. Met
karrenvrachten worden ze afgevoerd. Maar
wel met de zekerheid dat dat ritueel een paar jaar daarna moet worden herhaald.
Uiteraard lijdt ook het stadionveld onder deze kwaal.
Jan
Barlag vertrouwt me later overigens nog eens toe dat zijn "grootste bedreiging”
niet de wormen maar de sliding van Cees Lips is. Als rechtsback van heren I weet
Cees meer dan eens een doorgebroken tegenstander met een fenomenale sliding
waarop hij het patent heeft en waarop menig voetballer jaloers zou zijn alsnog
de bal te ontfutselen. De sporen die deze unieke en uitzonderlijke techniek op
de kwetsbare stadionmat nalaten zijn even dramatisch als lang.
Door
Rein de Waal tijdens een aantal trainingsmiddagen "gespot” beland ik 17 jaar
jong in het najaar van 1956 in het eerste elftal. Om daarin de volgende 17 jaar
te blijven spelen.
De
Russische inval in Hongarije houdt op dat moment ook heel Nederland in de greep
en zorgt er bovendien voor dat ons land (met Spanje en Zwitserland) de
Olympische Spelen in dat jaar in Australië op het laatste moment boycot. Een
eerste groep atleten die inmiddels ter voorbereiding al in Melbourne is
aangekomen kan dus nog voordat de Spelen zijn begonnen weer naar huis. De rest
van de Nederlandse ploeg -het grootste deel- is nooit naar Australië
vertrokken. Met dank aan NOC-voorzitter Linthorst Homan die zijn brandende ambitie
CvK in Friesland te worden niet ondergeschikt weet te maken aan de Olympische
realiteit van dat moment.
Tijdens
dat voor mij eerste dus spannende jaar blijft een wedstrijd me ook vandaag goed
bij: uit tegen HHIJC, het huidige KZ, waarin iconen als Roepie Kruize en Piet
Bromberg op hun laatste actieve hockeybenen lopen. Met name Kruize, wiens
gewicht in kilo’s inmiddels gelijke tred houdt met de 100 plus door hem
gemaakte competitiegoals, hoeft maar quasi-verongelijkt
richting scheidsrechter te kijken om een vrije slag te versieren. Meestal natuurlijk
niet terecht. En dat "kunstje” vertoont hij met iets te grote regelmaat. We
praten over hoofdklassehockey in 1956.
Amsterdam
telt 400-500 leden die ontspannen met elkaar omgaan en competitie spelen op
vier grasvelden. Het kleine en -zeker wanneer het goed bevolkt is- prettig
drukke clubhuis is het epicentrum van de club. En ter geruststelling: op
zondagmiddag vloeit het bier na afloop van de wedstrijden rijkelijk. En uit het
piepkleine keukentje komen regelmatig bitter- en andere ballen. Vrolijke smaakmaker
in die tijd is o.m. het collectief rondom Jos Rietkerk. Oorspronkelijk als
heren XVIII en later als Vet. C. trekt dit elftal niet zozeer binnen maar des
te meer buiten de lijnen met regelmaat en op meerdere fronten de nodige aandacht.
Het
staatsieportret elders in het clubhuis getuigt ook vandaag nog van de
onsterfelijkheid van dit team. Daarnaast zijn ook mensen als Tjaard Berghuis
altijd wel goed voor een bijdrage aan de zondagse feestvreugde.
Periode
1959-1960
Over
de periode tot 1960 ben ik kort.
De
altijd enthousiaste "Tonny Drilling, onze coach is Drilling” loodst ons in 1959 met grote inzet en overtuiging door de overgangsklasse terug naar het hoogste
niveau. Na een zege in de uitwedstrijd en een nederlaag thuis is een (derde) beslissingswedstrijd tegen Hilversum op Be Fair noodzakelijk. Charles Coster
heeft die wedstrijden, dat tijdperk, de spelers en de prominente rol van Tonny
daarbij indertijd uitvoerig uit de doeken gedaan.
Een
moment uit die laatste wedstrijd mag beslist nooit uit de geschiedenisboeken.
In
alle spanning krijgen we na een blijkbaar stevige overtreding in de cirkel een
strafbully om de oren. Aan strafbal laat staan ‘shoot out’ zijn we dan nog lang
niet toe.
Bul
Terlingen -zo’n verdediger uit een stuk, alleen zijn voornaam al- belast zich daarmee volgens afspraak aan onze kant.
Voordat
het bully-ritueel zich voltrekt loopt Bul uiterlijk onbewogen op zijn
tegenstander Peer van Ugchelen af, geeft
hem een hand en zegt voor iedereen duidelijk hoorbaar:
"Peer,
veel succes en je weet het: je doet het voor je club”. Het resultaat van deze psychologische oorlogsvoering is even vermakelijk als succesvol. Ik zie de
pokerface van Bul nog voor me. We winnen deze krankzinnige wedstrijd
uiteindelijk met 1-0.
Terzijde:
de vraag wat er zou zijn gebeurd als we niet binnen een jaar waren teruggekeerd
naar het hoogste competitieniveau hebben we gelukkig nooit hoeven te
beantwoorden. Het komt met het tophockey in Hilversum daarna in ieder geval
nooit meer echt goed.
1961-1962
De voorbereiding op het seizoen 1961-1962 verloopt in zeker een opzicht meer dan opmerkelijk. In de woorden van een bekende voetbalfilosoof: "soms moet er wat gebeuren voordat het gebeurt”.
Piet Bromberg, dan coach van het Nederlands elftal, ontdekt tijdens een van zijn scoutingtrips een talent bij buurman Hurley. Met Jaap Voigt -want hij is die belofte- sprekend over zijn kansen en mogelijkheden in aanmerking te komen voor de nationale ploeg deelt Bromberg hem mee dat daarvoor slechts een belangrijke voorwaarde bestaat: competitie spelen op het hoogste niveau. Maar die mogelijkheid biedt Hurley op dat moment niet.
En omdat de bosclubs in die tijd een "heerenaccoord” kennen dat er op neerkomt geen spelers bij elkaar "weg te kopen” begrijpt u het probleem.
Het wordt uiteindelijk en na de nodige verwikkelingen ook in eigen gelederen praktisch opgelost. Jaap bedankt voor Hurley en monstert aan bij Amsterdam. Dat deze transfer niet echt bijdraagt aan de goede verhoudingen tussen beide clubs behoeft geen betoog. Ook al speelt het zich 50 jaar geleden af, de belangen van betrokken partijen zijn er niet minder om. Hurley-voorzitter Ponsen begrijpt als geen ander dat hij de ontwikkeling van zo’n goeie speler onmogelijk kan tegenhouden en legt zich dus, zij het nog lang nasputterend, bij de uitkomst neer. En hij niet alleen.
Bij de start van de competitie in september wordt duidelijk dat bijna-veteraan Hans Wagener zich nog een jaar laat strikken voor tophockey. Wanneer hij tijdens een
training hoort hoe het elftal (dus met Jaap Voigt) er uit gaat zien zegt hij dat hij met dat team en als het effe kan in het hockeystadion dat in 1937 o.l.v. zijn oom Joop is gebouwd wel een keer kampioen wil worden.
Een even gedurfde als riskante uitspraak.
Tegelijk komt Jan Minnema uit BMHC, het huidige Bloemendaal, over. Een lange vent met uitschuifbare armen. Als linkshalf door geen aanvaller te passeren.
En naast Nico Spits die inmiddels al in de hoofdmacht van de club speelt dient ook broertje Frans zich luid en duidelijk aan voor een plek in het elftal. Zo wordt heel voorzichtig duidelijk dat we in dat seizoen in ieder geval op papier over een ploeg beschikken met beslist meer perspectief dan in vele jaren daarvoor.
Vooral aanvallend bestaan er voorzichtig uitgesproken verwachtingen: de beide Spitsen
(Nico met z’n technische trukendoos, Frans als fel bijtertje met een neus voor zelfs de kleinste kans), Jaap Voigt met zijn spelinzicht en subtiele passeerbeweging en Charles Coster (van Voorhout mag er in die tijd nog achter) als piemelaar op de vierkante meter die als rechtsbuiten een bloedhekel heeft aan het geven van een voorzet en net zo makkelijk vooruit als achteruit spelend zijn tegenstanders dolt. Tot op de dag van vandaag is de vraag of hij überhaupt wel een bal kan slaan nooit beantwoord.
Aan coach Bert Smit Sibinga, zelf jarenlang speler van heren I, de opdracht dit van ambitie stuiterende elftal in goede banen te leiden. Dat kun je prima aan Bert overlaten.
In de competitie valt vervolgens alles op zijn plaats.
Resultaat:
we pakken zonder een nederlaag de westelijke titel. De voorsprong op nummer twee SCHC bedraagt een straatlengte.
Aansluitend volgt de strijd om het landskampioenschap met Arnhem, EMHC en LHC die op 19 mei
1962 in Eindhoven glorieus wordt afgerond: EMHC wordt met 4-2 verslagen.
Hockeybond-voorzitter Wim Westermann -keurige bobo dus strak in het pak- kan de zilveren bokaal met kleine oren uit zijn auto halen. De tiende landstitel, de eerste ster is een feit.
En een niet onbelangrijk detail: er gaat precies een fles champagne in de kampioensbeker.
Een fraai resultaat in het lustrumjaar waaraan o.m. aandacht wordt besteed tijdens een Heerendiner in de Groote Club op de Dam. Als aanvoerder van en namens het kampioensteam uit 1937 presenteert Rein de Waal ons als spelers bij die gelegenheid een rode clubblazer.
Hij vindt dat we er in ieder geval zondag netjes en herkenbaar uit moeten zien. Daarnaast zorgt Vet. A-captain Wim Martini er met een aan alle spelers aangeboden fraai bronzen miniatuur voor dat we ons dit eerste kampioenschap sinds jaren ook vandaag nog goed herinneren.
De combinatie van een aantal oudere ervaren spelers met de gretige, fitte en prestatiegerichte twintigers onder leiding van het in meer dan een opzicht "oliemannetje” Bert Smit Sibinga heeft zich overtuigend gepresenteerd. Een ding is in ieder geval dus zeker na dat seizoen: dit resultaat smaakt naar meer.
1962-1963
Lau Mulder (wat een klasse-keeper), Hans van Waaijen (ik ken geen andere speler die zo verliefd op de bal is) en Hans Wagener (je moet hem drie keer passeren voordat je hem voorbij bent) nemen afscheid. Joost Boks volgt Lau op met de taak zijn doel schoon te houden. Theo Terlingen, die als linksback al jaren de reputatie heeft met en zonder stick onpasseerbaar te zijn en wiens subtiele voetenwerk menig scheidsrechter voor onoplosbare raadsels stelt -stopt ie de bal nou wel of niet met zijn voet-, komt transfervrij over van Be Fair. En Hans Broers, verreweg de meest verzorgde en best geklede speler boven de Alpen,
verruilt de reservebank voor een vaste stek als rechtshalf. Daar loopt hij het minste risico de vouwen uit zijn broek te moeten hockeyen.
De competitie 1962-1963 wordt echter als gevolg van de bijzonder langdurige en strenge winter niet uitgespeeld. Voor de winterstop staan we wel en opnieuw ongeslagen bovenaan.
De hockeybond besluit in maart echter tot schorsing en later tot volledige annulering van het gehele programma. De kans de eerder behaalde titel te prolongeren is daarmee zo niet ondergesneeuwd in ieder geval bevroren.
In het hele land wordt er daarom intens meegeleefd met en genoten van de ontberingen van Reinier Paping en zijn maten die onder helse omstandigheden kans zien de meer dan barre Elfstedentocht tot een goed einde te brengen. Paping finisht na bijna 11.00 uur afzien.
Naast het bekende kruisje bestaat zijn overwinningspremie uit twee seizoenkaarten voor de ijsclub in zijn woonplaats Deventer en een zilveren sigarettendoos met inscriptie. Wat een uitbundig cadeau!
Het doet denken aan de fiets die het gemeentebestuur van Amsterdam in 1948 aan Fanny BK aanbiedt na haar vier gouden medailles in Londen. We zijn en blijven een kneuterig landje dat slecht weet om te gaan met bijzondere prestaties.
Voor de volledigheid: slechts 50 van de 550 gestarte wedstrijdrijders halen de eindstreep in Leeuwarden. De meesten meer dood dan levend. Over topsport gesproken!
Vanwege
de "vorstelijke” omstandigheden beleeft ook het oorspronkelijk uit Finland komende bandy voor het eerst sinds jaren een revival. De enige twee hockeyclubs
met het woord bandy in hun naam -de AH&BC en de BH&BC- voeren daarom eerst op het natuurijs van de AIJC en een week later in Breda strijd om het kampioenschap van Nederland. Welke spelregels daarbij gelden is ook vandaag nog een goed bewaard geheim.
Gehuld in van vaders en grootvaders geleende lange onderbroeken die al dan niet zijn voorzien van een "uitlaatklep”, ijsmutsen en -truien en spelend met daartoe speciaal uit Finland ingevlogen bandysticks en -ballen worden halsbrekende toeren uitgehaald om op eigen en geleende ijshockey- en andere schaatsen overeind te blijven.
Eindigt de eerste wedstrijd in een gelijkspel, in de return blijkt Breda de sterkste.
De titel gaat dus naar het zuiden. Het is die avond daarom carnaval in Breda. Of deze korte, maar heftige bandy-opleving ooit een vervolg heeft gekregen kan ik nergens terugvinden.
Gelukkig kan, ondanks de belabberde kwaliteit van de velden de strijd om de HTCC-beker wel worden uitgespeeld. In de finale wordt het Vughtse MOP met 2-1 geklopt.
Hoewel bescheiden en van een andere orde valt er dat jaar dus toch nog een troostprijs te verdienen.
1963-1964
Als gevolg van het pré-Olympisch tournooi in Lyon waar o.m. zes spelers van het elftal in de nationale ploeg optreden gaat de het jaar daarvoor afgebroken competitie pas in oktober van start. Ferm op de hielen gezeten door (opnieuw) SCHC moet duidelijk worden of we in staat zijn onze nog steeds ronkende ambities waar te maken.
Nadat begin november Kampong met 8-0 is verslagen -de 50e wedstrijd waarin de ploeg ongeslagen blijft- en Stichtse op cruciale momenten punten laat liggen wordt kwalificatie voor de kampioenscompetitie opnieuw gerealiseerd.
Ditmaal met het noordelijke HMC, Breda en PW uit Enschede.
Met Peter Broers als opvolger van Jan Minnema en Dick Arkauer op de plek van Joris Jansen Schoonhoven blijkt hoe sterk het elftal op dat moment is. Met heel veel goals voor en maar een paar tegen walst het team met vaak fraai hockey over de concurrentie heen.
Ter illustratie: de voorhoede Coster van Voorhout - Spits - Spits - Voigt - Arkauer is in dat jaar in competitie-, beker- en kampioenswedstrijden goed voor zo’n 120 goals.
U merkt het: soms is het moeilijk, ook al zijn we geen voetballers, bescheiden te blijven.
Voorzitter Phlip Heukensfeldt Jansen is dus tevreden over en trots op zijn hockeyers die in mei opnieuw kampioen van Nederland worden.
Hij wil dan ook best met ze op de foto.
1964-1965
Na de Olympische Spelen in Tokyo, waar Amsterdam met zes spelers in het Nederlands
XI is vertegenwoordigd kan de competitie ‘64-‘65 eind oktober van start. Het team is t.o.v. het jaar daarvoor ongewijzigd, blijft heel goed spelen en pakt opnieuw en met grote overmacht de westelijke titel.
Ik bespaar u de details, de feiten spreken voor zich: slechts een gelijkspel in 18 wedstrijden, opnieuw heel veel doelpunten voor en slechts enkele tegen. Conclusie: meer van hetzelfde.
Volgt ter afsluiting de kampioenscompetitie met HTCC, HMC en Hattem die leidt tot de derde nationale titel. Maar ditmaal niet zonder slag of stoot.
Aan de sinds maart 1961 lopende serie van inmiddels 80 ongeslagen wedstrijden komt
-wat een opluchting voor de hockeywereld maar ook en vooral voor onszelf- na ruim vier jaar een einde. HTCC is in Eindhoven met 2-1 de terechte winnaar van een in meerdere opzichten heel stevige en memorabele wedstrijd. Philipsbaas Frans Otten had ons vooraf gewaarschuwd.
En omdat het Amsterdamse DWS, in het jaar daarvoor uit de 1e divisie naar de eredivisie gepromoveerd, maar meteen kampioen van Nederland wordt bij de voetballers -u weet wel: die club van o.m. Flinkevleugel, Jongbloed en Rensenbrink- besluit de gemeente Amsterdam als gastheer op te treden van een gecombineerd kampioenspartijtje in de Apollohal.
De DWS-aanhang blijkt (hoe kan het anders) ook buiten het Olympisch Stadion veel luidruchtiger dan de vrolijke bierdrinkers van de hockeyclub. En ook in het liederenrepertoire en het daarvoor noodzakelijke volume leggen we het eenvoudig af tegen de voetballers.
Verschil moet er zijn. Dat het een mooie avond is wilt u wel aannemen!
U
vraagt zich wellicht af of er dan nooit iets hapert in een ploeg die op dat moment met speels en zichtbaar gemak het ene succes aan het andere rijgt. Het antwoord daarop is even simpel als voorspelbaar: natuurlijk bestaan er ook in een elftal dat gewend is geraakt aan successen spanningen. Niets menselijks is ook of misschien wel juist een club goeie sportmensen vreemd. Zeker wanneer zij in teamverband optreden. U herinnert zich vast nog wel de minicrisis bij Bloemendaal dit voorjaar vlak voor de play offs. Of anders wel de "open en hartelijke sfeer” tussen de voetballers tijdens en na het recente EK.
Dus wanneer er in die periode irritaties en afwijkend gedrag de kop opsteken, ego’s dreigen te worden opgeblazen en zelfbeelden te worden vervormd is er in eerste instantie altijd "stamoudste” Cees Lips die als ervaringsdeskundige in het VWO -want conrector van een gymnasium- met een vleugje ironie dan wel met een stevige dosis sarcasme "de orde in de groep weet te bewaren of te herstellen”. En wanneer ook dat niet helpt brengt een avondje "elkaar eens stevig de oren wassen” uitkomst. Op het hockeyveld komen we daar niet aan toe. We beleven het allemaal. En ja, het is goed gekomen.
1965-1966
De pikorde in de competitie ‘65-‘66 geeft aanvankelijk een heel ander beeld te zien. We hebben als gevolg van de tijdelijke afwezigheid en het afscheid van enkele spelers grote moeite met onszelf en komen pas na de winterstop goed op stoom. Uiteindelijk leidt dat opnieuw tot de eerste plek, het verschil met nummer twee bedraagt aan het einde van de rit echter niet meer dan een punt. De glans is er wel een beetje af en de wil om "die Amsterdammers te pakken” neemt in het land iedere week toe. En zo hoort het natuurlijk ook.
Vanwege tijdsgebrek als gevolg van o.m. het geplande interlandprogramma wordt de finale om het landskampioenschap jammer genoeg geconcentreerd in het Pinksterweekend.
Op de velden van Apeldoorn maken Breda, Hattem, HMC en Amsterdam in een tweedaags
tournooi uit welke ploeg zich de sterkste mag noemen.
Met
een tikkie geluk maar vooral dankzij halsbrekende toeren van Joost Boks in de goal wordt de beslissende wedstrijd tegen Breda met 2-1 gewonnen. Het kost dit keer echt veel moeite, we zitten er na drie zware wedstrijden in twee dagen zichtbaar doorheen. Maar de vierde titel in successie is wel een feit. Met de spelers kan Bert Smit Sibinga, in dat jaar aangetreden als voorzitter van de club opgelucht ademhalen. Het is beslist niet de eerste keer dat het biertje hem goed smaakt.
Tot slot
De periode 1961-1966 is voor de hockeyclub bijzonder succesvol. Het mag zonder ook maar enige neiging tot Bokito-gedrag worden vastgesteld.
De feiten spreken voor zich, de media uit die tijd bevestigen het: vier landstitels -en als een barre winter geen roet in het eten had gegooid wellicht zelfs vijf- op rij. En in vier jaar zo’n 80 officiële wedstrijden ongeslagen blijven is, wat je er ook van vindt, in ieder geval niet alledaags.
Sponsoring, blauw kunstgras met roze uitlooprand en een gele bal i.v.m. meer contrast op het TV-scherm, medaille- en kampioenspremies, shirt reclame, contracten met modale en hoge salarissen. We hebben er op dat moment natuurlijk nog geen idee van hoe belangrijk dat decennia later gaat worden. Maar het plezier in het spelletje is er zeker niet minder om. En we betalen gewoon contributie.
Dat Amsterdam er ook in de jaren daarna meerdere malen in slaagt toen behaalde resultaten te continueren -inmiddels is sinds mei de 21e titel een feit- betekent dat de club (hoe lastig wellicht soms ook) een scherpe neus heeft naast eigen kweek goeie spelers aan te trekken.
Zo kan en wil je wel 120 worden.
Diverse geweldige ontwikkelingen volgen elkaar daarna met regelmaat op.
Gras wordt kunstgras, clubs kunnen als gevolg daarvan groter en heel groot worden. Als ik goed ben geïnformeerd hebben de drie bosclubs vandaag samen ca. 7.500 leden.
De spelregels o.m. ten aanzien van afhouden, buitenspel en lange corner worden over het algemeen in de gewenste richting aangepast.
De introductie van de hoofdklasse -vandaag overigens met nog maar twee ploegen van buiten de randstad- zorgt voor een concentratie van kwaliteit in het altijd al sterke tophockey.
De strafcorner was toen en is nu nog steeds een bepalende factor. Misschien wel te bepalend omdat het "versieren” ervan ook vandaag soms kinderlijk eenvoudig blijkt. Londen 2012 toont het opnieuw en overduidelijk aan. Tegelijk is de huidige sanctie: een snoeiharde sleeppush voor uitlopende verdedigers niet minder dan een verkapte poging tot zelfmoord. "Masker op, ogen dicht, bidden en sprinten” is dus het devies. Je moet toch iets voor je team over hebben. Dit wapen heet niet voor niets "suïcide-corner”.
De
"shoot out” als opvolger van de strafbal is zonder meer een spectaculaire aanwinst,
een beetje keeper weet van het duel met zijn aanvallende tegenstander iets heel spannends te maken. En de tijd -acht seconden- is daarbij zijn grootste makker.
Tegelijk
doet de verzakelijking en professionalisering met alle plussen en minnen van
dien ook in de hockeywereld zijn intrede.
Veel hoofdklassespelers spelen anno 2012 op basis van een contract. De toekomst zal leren of en hoe de clubs daar de middelen lees: sponsors voor kunnen blijven vinden.
En
over een paar jaar is er vast een hoofdklasse op Europese schaal.
Maar dan wat mij betreft wel zonder tijdelijk ingevlogen "buitenlandse huurlingen” (dit jaar zelfs 45 waaronder 20 uit Nieuw Zeeland en Australië) die voor een beslist ongewenste vorm van competitievervalsing zorgen en met hun aanwezigheid de kansen van eigen aanstormend talent in de weg staan. Om wanneer er een belangrijk internationaal toernooi (EK, WK, OS) in aantocht is weer even tijdelijk naar het eigen land terug te keren.
Het huidige bestuur van de club verdient tenslotte een compliment. Wanneer vorig jaar blijkt dat zelfs de bestuurlijke kennis van het verleden hier en daar nog wat kan worden opgefrist neemt de voorzitter direct adequate maatregelen. Hij haalt de vele jaren daarvoor op de hockeyzolder belande en inmiddels wat verstofte kist met daarin o.m. de succesvolle historie van de club tevoorschijn. Er blijkt veel interessant materiaal in te zitten, waaronder ook een aantal foto’s uit de jaren ‘60. Ze zouden in het clubhuis zeker niet hebben misstaan.
Ook nodigt hij ons als spelers van destijds in oktober uit om hem bij te praten. Uit alle hoeken en gaten (w.o. Midden Amerika, Canada en Friesland) komen we daarvoor naar het clubhuis.
Van de gegevens uit die kist heb ik ook voor dit praatje gebruik kunnen maken.
Het voorkomt tegelijk dat ik als gevolg van een mogelijk acute aanval van
"Alzheimer light” feiten niet meer van fictie kan onderscheiden.
Wat
mijzelf betreft, ik kijk -hoe kan het
anders- met veel plezier terug op mooie hockeyjaren. De periode 1961-1966 is natuurlijk
bijzonder. Mag ik het zo samenvatten: we hebben er als spelers niets mee
verdiend maar wel veel aan overgehouden.
Natuurlijk
richt de aandacht van de club en dus ook die van mij zich -na dit uitstapje- volledig
op de toekomst. Op basis van het recente verleden is er vooralsnog alle reden
te veronderstellen dat die er veelbelovend uitziet.
Het huidige topteam moet zonder meer in staat zijn, gelet op wat het elftal de
laatste jaren heeft laten zien, de komende tijd het linker rijtje te blijven
aanvoeren.
Nationale
titels in 2011 en 2012 en een bijna geslaagde greep naar de macht in Europa zijn
prima uitgangspunten om de prestaties, ook die uit de jaren ‘60 te evenaren en
(waarom niet) te verbeteren. En wat zou het mooi zijn wanneer ook de dames niet
alleen blijven meedoen om de prijzen maar na jaren ook eens een eind kunnen
maken aan de inmiddels veel te lang durende zuidelijke hegemonie. Maar daar
moeten zij zelf maar eens iets over vertellen.
Op
basis van de combinatie van fraaie historie en aantrekkelijke vooruitzichten rest
er dus slechts een conclusie: geef mij maar Amsterdam!
Chris
Mijnarends - najaar 2012
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Calendarium Dames | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Calendarium Heren | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Dokter Joep wordt Ridder Joep | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(Clubarchief 1 november 2002) Joep Brenninkmeijer is vanavond in Amstelveen benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau. Brenninkmeijer (60) kreeg de bijbehorende versierselen opgespeld door burgemeester Harry Kamphuis, tijdens een feestelijke bijeenkomst in het clubhuis van hockeyclub Amsterdam. Een passende omgeving, want de koninklijke onderscheiding komt Brenninkmeijer grotendeels toe door zijn jarenlange, onbezoldigde inzet op vele hockeyfronten bij deze oudste club van Nederland. De Amstelveense huisarts begon in de jaren zeventig als medisch begeleider bij het eerste dameselftal, om in 1982 als coach op de bank plaats te nemen. Drie landskampioenschappen en evenzoveel Europacups I later, nam Brenninkmeijer in 1990 afscheid van de vrouwen. Stilzitten was er niet bij. Een jaar later pakte hij dezelfde functie op bij de heren van Amsterdam, die hij in 1994 naar de eerste nationale titel in negentien jaar leidde. Het succes werd het seizoen erop herhaald. Brenninkmeijer leek in 1996 definitief een punt achter het coachschap te zetten, toen hij bestuurslid Tophockey werd. Problemen met zijn opvolgers, deden Brenninkmeijer echter tot twee keer toe kortstondig terugkeren. Zo kon het gebeuren dat hij in 1999 nog een Europacup II aan zijn toch al indrukwekkende erelijst toevoegde. Het zijn zeker niet alleen de prestaties als hockeycoach waardoor Brenninkmeijer koninklijk is onderscheiden. 'Dokter Joep' staat ook al bijna dertig jaar dag en nacht klaar om fysiek ongemak van om het even welk Amsterdam-lid te behandelen. Een ritje naar zijn praktijk aan de Keizer Karelweg is voor geen hockeyer ooit tevergeefs geweest. Naast alle bezigheden voor hockeyclub Amsterdam, was Brenninkmeijer voorzitter van de medische commissie van de Koninklijke Nederlandse Hockeybond, bestuurslid van het plaatselijke artsenlaboratorium en lid van de commissie Ziekenhuis Amstelveen. Het ridderschap is voor Brenninkmeijer overigens niet de eerste onderscheiding; naast lid van verdienste én erelid van Amsterdam, is hij ook lid van verdienste van de KNHB. Het is wel de kroon op zijn 'werk'. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Engelen van Amsterdam | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(Clubarchief 2002) Op 23 oktober 2002 werd het nieuwe clubhuis van de AH&BC bezocht door de 'Engelen van Amsterdam'. 'Wie zijn dat?' zult U denken. Tot de engelen van Amsterdam - een geuzennaam bedacht door de toenmalige societeitsvoorzitter - behoort een groep vrouwen , die op vrijwillige basis de ongeveer 20 laatste jaren van de vorige eeuw het 'huishouden' van de AH&BC runde. Die engelen telden en bestelden de voorraden, van vaten bier tot afwasmiddel, van croquetten tot roerstaafjes. Zij organiseerden de bardiensten voor de woensdagmiddag en de zaterdag met ouders van de jeugd en de bardiensten op zondag met elftallen. Zij waren verantwoordelijk voor de verzorging van toernooien, feesten en ontvangsten en poetsten de zilveren bekers uit de prijzenkast. Er waren engelen, die decennialang de sleutelbos van het clubhuis beheerden en een engel, die iedere zondagochtend helemaal uit Zandvoort kwam om het clubhuis te openen; als dat geen ware clubliefde is!! Een engel deed alle financiele zaken en een engel zorgde voor planten en bloemen en extra fleur bij feestelijkheden. Natuurlijk was er een engel met de benodigde horecapapieren. Op maandagochtend kwamen de engelen in wisselende samenstelling op het clubhuis bijeen. Dan werd de schade van het weekend opgenomen, de gevonden voorwerpen bij elkaar gesprokkeld. Het frituurvet werd vernieuwd, de w.c.'s van toiletpapier voorzien, de glazen aangevuld, theedoeken en schorten (rood/zwart) verzameld voor de was, die thuis gedaan werd. Het programma voor de komende week werd besproken en de bestellingen doorgebeld. Kortom, er werd een huishouding gedaan voor een hockeyclub, die in die jaren groeide van 600 naar ver over de 1000 leden. De engelen waren voornamelijk moeders van jeugdleden, maar ook echtgenoten van bestuurders en oudleden. Hadden sommigen ook een maatschappelijke werkkring, door anderen werd het werk voor de hockeyclub als een volle baan ervaren. Het was hard werken en aan de verantwoordelijkheden werd vaak zwaar getild. Maar wat een plezier hebben al die engelen met elkaar gehad en wat hebben zij veel van elkaars levenservaring en instelling geleerd! Het zal U niet verbazen, dat de engelen op een rondleiding door het vernieuwde clubhuis diep onder de indruk raakten van de metamorphose, die hun dierbaar gebouw heeft ondergaan. Wat een ruimte, wat een mogelijkheden, wat een kwaliteit, efficiency en wat een luxe! Vooral de keuken werd met extra aandacht bekeken. Bij een verzorgd broodje en een glaasje wijn werd in de nieuwe zaal door de engelen bijgepraat en er werd een moment stilgestaan bij het overlijden in augustus jl. van Len Teengs Gerritsen, een engel van het eerste uur. Wanneer Len op de maandagmorgen dienst had liep de gebruikelijke lunch na de werkzaamheden (er was altijd nog wel een oud broodje van het weekend over) behoorlijk uit. Er waren dan altijd zoveel interessante zaken te bespreken. Veel engelen bewaren de beste herinneringen aan deze karaktervolle, originele vrouw. De tijden zijn veranderd, vakmensen deden hun intrede, de 'engelen van Amsterdam' zijn gevlogen. Maar hun naam zal voortleven op een door hen aangeboden steen in de 'wall of names' in het riante, vernieuwde clubhuis van de AH&BC! M.D.P.-C., november 2002 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Europa Cups | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
EUROPACUP I HEREN
Coach/Elftalleider 2005 Alejandro Verga EUROPACUP II HEREN Coach/Elftalleider 1999 Joep Brenninkmeijer 2003 Jim Irvine 2007 Alejandro Verga EUROPACUP I DAMES Coach/Elftalleider 1975 Bob Hillen 1976 Bob Hillen 1977 Bob Hillen 1978 Bob Hillen 1979 Nico Spits 1980 Nico Spits 1981 Hergen Spits 1982 Joost Bellaart 1988 Joep Brenninkmeijer 1989 Joep Brenninkmeijer 1990 Joep Brenninkmeijer 1992 Donald Drost EUROPACUP II DAMES Coach/Elftalleider 1998 Carina Benninga 1999 Carina Benninga 2001 Koen Pijpers 2005 Giles Bonnet 2006 Giles Bonnet/Philippe Estourgie 2009 Robbert Paul Aalbregt/Patrick Bakker
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Geschiedenis | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De AH&BC is de oudste hockeyclub van ons land. Zij is altijd toonaangevend geweest in het Nederlandse tophockey. De alleroudste geschiedenis is nauwkeurig bewaard gebleven. In 1898 wordt op mede initiatief van de AH&BC de Nederlandsche Hockey en Bandy Bond opgericht, de latere KNHB. In 1910 werden voor het eerst Damesleden aangenomen "op conditie dat de dames alleen Dinsdag en Donderdag-middag en Zondag's tot 12 uur spelgelegenheid kregen". Door de steeds verder oprukkende stadsuitbreiding vonden er liefst 10 verhuizingen plaats totdat uiteindelijk in 1914 een vast onderkomen werd gevonden naast het oude stadion, dat later verbouwd werd tot het Olympisch Stadion voor de Spelen van 1928. Het kan geen toeval zijn, dat in die jaren 20 met de Olympische Spelen in zicht door de club besloten werd te kiezen voor hockey op topniveau. Dit leidde terstond tot een reeks landskampioenschappen. In 1939 werd met diezelfde gedachte een eigen hockeystadion gebouwd, genoemd naar de oprichter ervan: onze ere-voorzitter Joop Wagener jr. In 1980 wordt het stadion van kunstgras voorzien. In 1986 worden 2 zand kunstgrasvelden aangelegd en in 2000 is het gehele complex gerenoveerd: de AH&BC maakt gebruik van het stadion, dat in 1980 overging naar de KNHB en heeft zelf 2 water kunstgrasvelden en 2 zand ingestrooide kunstgrasvelden. In 1973 werd het huidige clubhuis in gebruik genomen en in 2001 werd het clubhuis grondig verbouwd en uitgebreid. Vanaf begin 2002 beschikt de club over een geheel vernieuwde accommodatie waarmee het project "Amsterdam 2000" - opgericht om de club deze eeuw in te leiden - met veel succes kon worden beëindigd. Terug in de tijd: in 1898 werd voor het eerst om het kampioenschap van Nederland bij de heren gespeeld. Sindsdien heeft Amsterdam 20 keer dit kampioenschap behaald, een niet geëvenaarde prestatie. Drie keer veroverden zij een Europacup: in 1999 en 2003 de Europacup 2 en in 2005 voor 't eerst sinds de oprichting van de club de Europacup voor landskampioenen. De club speelde vrijwel onafgebroken in de hoogste competitieklasse. Amsterdam heeft de meeste spelers voor het Nederlands elftal geleverd: liefst 77 leden werden hiervoor gekozen. Illustere namen zijn Rein de Waal in de 20er en 30er jaren captain en coach van club en nationaal team, keeper Lau Mulder in de jaren 50, de broers Nico (captain) en Frans Spits in 60 en 70; de meest technische speler ooit Taco van den Honert in het recente verleden, waartoe ook Marten Eikelboom behoort. Onze heren werden met coach Jim Irvine in 2003 en 2004 landskampioen, en in 2011 werd het 20e landskampioenschap binnengehaald o.l.v. coach Taco van den Honert. In 2012 prolongeerden de heren de titel landskampioen, met Taco als coach.
In 2012 werd het zaalteam van Amsterdam Heren 1 landskampioen.
De landskampioenschappen dames begonnen in 1921. Onze dames veroverden dit kampioenschap 18 keer en ook deze prestatie is niet geëvenaard. Daarnaast wonnen zij 12 keer de Europacup 1 en 6 keer de Europacup 2. De dames maakten bijna voortdurend deel uit van de hoogste klasse. Evenals de heren leverden zij de meeste speelsters voor het nationale team: 63. Bekende namen zijn Hedje Smitshuysen van 1936 tot 1950, Lisette Sevens, Marjolein Bolhuis-Eysvogel, Carina Benninga, Carole Thate in de jaren 70, 80 en 90. Vanaf 2000 zijn bekende namen Sylvia Karres, Miek van Geenhuizen, Floortje Engels, Marieke Veenhoven-Mattheussens, Ellen Hoog en Sophie Polkamp. Van de begeleiders die de club naar deze successen hebben geleid noemen we de coaches Rein de Waal, Huib Timmermans, Bob Hillen, Hans Jorritsma en Joep Brenninkmeijer, die met zowel de dames (3 keer) als de heren (2 keer) de landstitel behaalde. Na 11 jaar werd Dames 1 in 2009 landskampioen o.l.v. Robbert Paul Aalbregt en Patrick Bakker. In 2013 heroverden de dames de titel met coach Alyson Annan en assistent-coach Gilles van Hesteren. Wat de toekomst betreft blijft de visie van de club nog steeds dezelfde als die van onze voorgangers in de jaren 20: de AH&BC houdt de keuze voor tophockey gestand in het besef dat hiervoor steeds verder gaande professionalisering nodig is. Zij is van mening dat dit mogelijk is zonder afbreuk te doen aan de ware hockeytraditie waar zij met haar 124 jaar zeer aan gehecht is. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Geschiedenis: Amsterdam voor Eeuwig | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Gedurende het toernooi van de Europacup 1 2005 werden er verscheidene officiële bijeenkomsten gehouden. Tijdens een ontvangst van de KNHB in het promodorp op zaterdag ontving de club uit handen van voorzitter André Bolhuis de erepenning van de KNHB voor de vele verdiensten van de club en het binnenhalen en de organisatie van het Europacup 1-toernooi.
Namens het bestuur werd de erepenning in ontvangst genomen door onze voorzitter, Jons Hensel. Op zondag was er een ontvangst voor de Ereleden en de Leden van Verdienste in het clubhuis. Tijdens dit historisch weekend wilde het bestuur deze mensen, die jarenlang enorm veel voor de club hebben gedaan en vaak nog steeds doen, bedanken en hiermee ook aangeven dat de tradities van de club in ere worden gehouden. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Interview met Hemmo Pieck, sept. 2001 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hemmo Pieck: ,,Ik heb vertrouwen in dit bestuur. Het zijn ondernemers''. Hemmo Pieck (van 1969 tot 1974 voorzitter en erelid) volgt de laatste jaren met zeer veel belangstelling de planning en bouw van het nieuwe clubhuis. Niet zozeer dat hij zelf de troffel zou kunnen hanteren, maar wel als insider die zelf dertig jaar geleden, als toenmalig voorzitter, ervoor zorgde dat Amsterdam een voor die tijd prachtig clubhuis kreeg. De ,,bunker'', zoals de volksmond de betonnen kolos noemde, wordt nu afgebroken. In dertig jaar heeft het onderkomen zijn tijd gehad en hebben vele honderdduizenden hockeyers zich in de catacomben omgekleed of aan de bar een biertje gedronken. Met hem blikken we ondermeer terug op een periode dat het project - nieuwbouw zijn leven beheerste. Een project, dat zo'n dertig jaar geleden nimmer tot stand zou zijn gekomen als de samenwerking met de KNHB niet zo eensgezind was geweest. ,,Echt, die was van eminent belang. Anders was het ons nooit gelukt'', durft hij nu te stellen. ,, Als voorzitter van de commissie die het 75-jarig jubileum in 1967 luister moest bijzetten, kwam ik voor het eerst bestuurlijk met Amsterdam in contact. Ach daarvoor had ik zelf gespeeld. Een aantal jaren in heren1 . Het was de jaren vijftig en studie en hockey hadden de voorrang. Via die commissie en het feest dat zeer geslaagd was kwam ik als lid in het bestuur en zag en hoorde ik voor het eerst van de plannen. Als ik me goed herinner ging het aanvankelijk om een bedrag van zeven ton. Ja dat was het. Architect en lid Jan Kuyt werd in de arm genomen en het plan kreeg handen en voeten. Maar dat was niet het enige fenomeen. In goede samenspraak met de hockeybond werd gemeenschappelijk opgetrokken. Want de bond zag wel brood in een locatie waar meer dan alleen interlands konden worden gehouden. Er kwam de stichting SIHA, voluit Stichting Internationaal Hockeycentrum Amsterdam. Van de hockeybond hadden Koos Idenburg, toen voorzitter, en directeur Piet Duinker zitting in dit bestuur en zo werden het nieuwe clubhuis en het half verharde trainingsveld gerealiseerd; kreeg het stadion een mooie opknapbeurt en kwam er een sportzaal in het oude clubhuis, inderdaad dat is het gebouw waar nu de dienst Sport van de gemeente haar domicilie heeft. Uiteindelijke kosten en ik heb het vooraf opgezocht: 1,3 miljoen gulden. Bijna het dubbele. Echt ik kan je zeggen dat ik vaak slapeloze nachten heb gehad in de angst dat we het financieel niet zouden trekken. Maar acties en de boer opgaan langs oude leden in het land deed de begroting sluitend maken. Toen ik tijdens de opening een ieder bedankte voor de tomeloze inzet viel er iets van mij af en wist ik dat mijn taak was voltooid. Na vijf jaar voorzitterschap hield ik het voor gezien. Er is een tijd van komen en van gaan''. Nog lyrisch kan Pieck praten over de opzet van architect Kuyt. ,,Daar zat echt een gedachte achter. Om elkaar, Amsterdam dus en de hockeybond, niet voor de voeten te lopen was het pand in een aantal zalen verdeeld. Ook beneden waren de kleedkamers gescheiden. Zo konden we gelijktijdig van het complex gebruik maken. In de oorspronkelijke opzet was het horecagedeelte er wel heel karig vanaf gekomen. We wilden kosten besparen. Het was uiteindelijk bierbrouwer Heineken die ons over brug hielp met een schenking van f. 50.000 gulden. Met dat bedrag hebben we twee bars en een keuken laten maken, met als consequentie dat we geruime tijd de horeca moesten verpachten. Na een aantal jaren was het contract voorbij en namen we het in eigen hand. Een waanzinnige klus met ouders en spelers. We draaiden met 30 moeders clubhuisdienst. Zelfs de meest onsmakelijke karweitjes werden aangepakt.. Er ontstond een enorme band en niet te vergeten vriendschappen. Vaak voor het leven. Ja dat was een mooie periode. En ons voordeel: de verdiensten gingen nu in de clubkas. Nee, die tijd komt nooit meer terug. We leven wel in 2001.'' Terugblikken met Hemmo Pieck op de jaren dat hij aan het roer stond is niet het enige dat hem boeit. Ook vooruit kijken hoort erbij. En reëel is hij. Geen nostalgische gevoelens borrelen bij hem op nu zijn ,,bunker'' ontmanteld wordt en er nog slechts een grauw omhulsel is overgebleven. ,,Net wat ik al zei, we leven in een andere tijd. Ons clubhuis heeft dertig jaar trouw dienst gedaan. Nu komen er aspecten als veiligheid en comfort veel meer om de hoek kijken. Denk ook aan de mediavertegenwoordigers, die moeten ook hun stekkie hebben. Vergeet niet onze hoofd- en subsponsors. En denk natuurlijk aan onze leden. Die willen na afloop van de thuiswedstrijden toch ook een hoekje hebben om bij te praten. De laatste jaren was het met de ruimte echt behelpen. Logisch dat we nu een kwart eeuw of langer vooruit kijken. Als je nu die stap niet durft te maken ben je te laat''. Ofschoon Pieck de laatste jaren bij de thuiswedstrijden steeds minder in het "Wagener" is te vinden (,,ik vind het fantastisch wat de heren presteren, maar de hardheid van het spel is wel erg toegenomen'') zorgt hij ervoor dat hij als voorzitter van de Vriendenclub van vrijwel alle zaken op de hoogte blijft. ,,Tweemaal per jaar hebben we met de Vrienden en een delegatie van het bestuur een bijeenkomst en komen er belangwekkende zaken aan de orde. Wij, met z'n allen, de ,,notabelen van toen'', kunnen vragen stellen en worden helder geïnformeerd. Zo blijft de band bestaan en doneren we jaarlijks voor de jeugdafdeling. Alleen het punt betalingen aan spelers veroorzaakt vaak spraakverwarringen. Dat was, begrijpelijk, in onze tijd ondenkbaar. Zelf heb ik er geen probleem mee. Je ziet deze ontwikkeling in vele takken van sport. Het is onomkeerbaar. Nee hoor, die vergoedingen zie ik wel zitten en een uniforme regeling vanuit de bond hoeft voor mij niet. Wel vind ik dat de KNHB het halen van buitenlanders naar Nederland moet indammen. Dat is competitievervalsing in optima forma. Het is toch te gek dat één of andere Pakistaan, Duitser of Australiër een aantal wedstrijden corners komt nemen en dan hup weer weg is. Schande''. Toch even dat felle. Voor het eerst in het gesprek, maar dan zichzelf corrigerend, '' ach waar maak ik me nou nog druk om.'' Wel maakt Pieck zich druk over de expansiemogelijkheden voor Amsterdam. ,, Die zie ik somber in. Sinds jaren speelt al de gedachte, trouwens de principeovereenkomst ligt er, dat de velden 7 en 8 ook van kunstgras zouden worden voorzien. Dan zou ACC naar het Loopveld in Amstelveen gaan en VRA op zijn beurt zou de accommodatie van ACC betrekken. De zaak staat stil en de tijd schrijdt voort. Tip aan het huidige bestuur: pak dat weer op. Doe je dat niet dan stagneert de groei, omdat het aantal velden niet toereikend is. Als het nieuwe pand er staat lijkt me dat prioriteit nummer één. En als Jons hulp nodig heeft kan ie me bellen''. Wim Jesse |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Landskampioenschappen | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Landskampioenschappen HEREN
Coach/Elftalleider 1925 Jhr.B.G. van Styrum 1926 G. Leembruggen 1927 G. Leembruggen 1928 G. Leembruggen 1929 G. Leembruggen 1932 Rein de Waal 1933 Rein de Waal 1934 Rein de Waal 1937 Rein de Waal 1962 Bert Smit Sibinga 1964 Chris Mijnarends 1965 Chris Mijnarends 1966 Chris Mijnarends 1975 Huib Timmermans 1994 Joep Brenninkmeijer 1995 Joep Brenninkmeijer 1997 Jacques Holtman 2003 Jim Irvine 2004 Jim Irvine 2011 Taco van den Honert
2012 Taco van den Honert
EUROPACUP I HEREN Coach/Elftalleider 2005 Alejandro Verga EUROPACUP II HEREN Coach/Elftalleider 1999 Joep Brenninkmeijer 2003 Jim Irvine 2007 Alejandro Verga Landskampioenschappen DAMES Coach/Elftalleider 1937 Lizzy Houtappel-Kuynders 1938 Lizzy Houtappel-Kuynders 1949 Hedje Smithuijsen 1971 Cees Lips 1972 Job Key 1974 Thea d'Ailly 1975 Bob Hillen 1976 Bob Hillen 1979 Nico Spits 1980 Nico Spits 1981 Joost Bellaart 1983 Hergen Spits 1984 Joep Brenninkmeijer 1987 Joep Brenninkmeijer 1989 Joep Brenninkmeijer 1991 Donald Drost 1992 Donald Drost 2009 Robbert Paul Aalbregt 2013 Alyson Annan
2019 Rick Mathijssen 2023 Robbert Tigges
EUROPACUP I DAMES Coach/Elftalleider 1975 Bob Hillen 1976 Bob Hillen 1977 Bob Hillen 1978 Bob Hillen 1979 Nico Spits 1980 Nico Spits 1981 Hergen Spits 1982 Joost Bellaart 1988 Joep Brenninkmeijer 1989 Joep Brenninkmeijer 1990 Joep Brenninkmeijer 1992 Donald Drost 2013 Alyson Annan 2018. Rick Matthijssen
2023. Robert Tigges
EUROPACUP II DAMES Coach/Elftalleider 1998 Carina Benninga 1999 Carina Benninga 2001 Koen Pijpers 2005 Giles Bonnet 2006 Giles Bonnet/Philippe Estourgie 2009 Robbert Paul Aalbregt/Patrick Bakker |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Lustrum 2002 - terugblik | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(Clubarchief 2002) AH&BC 110 jaar 28 januari 2002 Hockeyclub Amsterdam is de oudste club van het Europese continent, opgericht op 28 januari 1892 in het Americain Hotel. Op de eerste vergadering waren 25 mensen uitgenodigd, afkomstig uit de ijs- en voetbalsport. Op de velden van voetbalvereniging R.A.P. achter het Rijksmuseum werd "bandy" gespeeld, de voorloper van hockey. In de tussen liggende periode is het zeer snel gegaan met onze vereniging. Een lustrum was daarom een goede gelegenheid om stil te staan bij het verleden en de toekomst, maar helemaal om diverse feestelijke activiteiten te ontplooien. Het doel van het lustrum was om evenementen te organiseren voor alle onderdelen van de club. Honderd jaar Amsterdam was een fantastische gelegenheid om stevig uit te pakken. "Amsterdam voor eeuwig" hield in dat alles op alles werd gesteld om het mooiste eeuwfeest van de grond te tillen dat ooit denkbaar was. En met succes. Groot succes, dankzij fantastische commissieleden en sponsors. Voor herhaling vatbaar in 2002. Het 110-jarig bestaan had een meer bescheiden karakter, logisch, want de prioriteit lag bij de ontwikkelingen van de accommodatie. Desalniettemin vormde het lustrum aanleiding om een en ander te vieren. Hoogtepunt was de opening van het nieuw ingerichte clubhuis in 2002. Amsterdam tradities zoals het Herendiner, het Bosplan Truid Terwindt toernooi, het Onderbond toernooi stonden op het programma. Het Jeugdbestuur nam het Kerstdiner voor haar rekening, al jaren een succesnummer voor de A&B jeugd. Kortom: de kracht die Amsterdam in zich heeft om de traditie van succesvolle lustra door te zetten in dit nieuwe millennium. Lustrumfeest in The Grand 28 januari 2002 De 110e verjaardag van onze club was een enorm succes. Een bomvolle zaal, een super warme sfeer, ontspannen bestuursleden, liefhebbende ereleden en gasten, positieve sponsors, enthousiaste deelnemers aan de parade, opgetogen dj's van radio 10, en fantastische sprekers. WorldCom-bazin Woods sprak als voormalig hockeyster warme woorden en voorzitter Jons Hensel was uitzonderlijk kort van stof voor zijn doen. Maar zijn ogen straalden, evenals die van de overige bestuursleden en de leden van de feestcommissie. Mark Blaisse praatte de avond aan elkaar, Pieter van Empel (ex Don Quishocking) trad op als cabaretier en de rest van het festijn was gevuld met sterke verhalen uit het verleden en hier en daar een glas bier (of waren het hele vaten?). Het is altijd jammer als er een fantastisch evenement plaatsvindt en niet alle leden kunnen erbij zijn. Maar de trouwzaal in The Grand kon echt niet meer mensen herbergen. Er is door cameraman-in-opleiding Hoyng gefilmd, dus over een paar maanden zal eenieder beelden van de receptie kunnen zien. We zeggen nog niet precies hoe! Onze dank gaat uit naar The Grand-baas Reimers die ons subliem ontving, naar Interbrew voor de drank, naar WorldCom en Insinger de Beaufort en naar de tientallen vrijwilligers die de avond tot een groot succes maakten. Bravo! Zo willen we elk jaar wel jarig zijn! 12 oktober 2002 - Openingsfeest Op zaterdag 12 oktober was er een fantastisch lustrumfeest, waarbij het nieuwe clubhuis officieel werd geopend. Laten wij bij het einde van de memorabele 12e oktober beginnen: spetterend was het; waanzinnig die verlichting bij aankomst...een soort Cannes filmfestivalgevoel. Niks provinciaals meer aan dat hockey, dachten wij toen wij in smoking kwamen aanlopen. Super band; super catering; prachtige jurken; feestelijke vlinderdassen. Een gala, jazeker, van top tot teen. Willem Hondius won tot zijn verbijstering de mooie reis naar Tunesië. Er werden leden van verdienste benoemd, die een traan wegpinkten van ontroering. En er waren bekers voor deze en gene, leden die vrijwel alles voor de club hebben gedaan dat je maar kunt bedenken. En dan de Wall of Names: indrukwekkend en iets om beretrots op te zijn. Dat is nou steentjes bijdragen, waarvoor hier nogmaals namens bestuur en leden dank! De accommodatie was toen al officieel een half etmaal open. Burgermeester Kamphuis van Amstelveen had het karwei geklaard, samen met ballonnendragertjes en een ijzersterk Amsterdams orgel. Er was ook gehockeyd door de Amsterdamse All Stars tegen de Boekaniers (mannen) en de Liberoos (vrouwen). De uitslagen zijn in het feestgedruis verdwenen, maar het was mooi om te zien. Talent met vertraging, maar plezier voor tien, ook voor het publiek op de banken van het Wagener stadion. 's Ochtends trokken de clinics met Dames en Heren I scharen kinderen die u allemaal handig kunnen passeren en leep kunnen scoren. Suikerspin en Popcorn toe! De businessclub lunch was een succes, mede door de aanwezigheid van de hoofdsponsors en vele kleinere steunpilaren en natuurlijk ook de sterren van de beide eerste teams. De korte speech van Paralympisch zwemmer en medaillewinnaar Kasper Engel over de vreugden van de gehandicaptensport was indrukwekkend en bescheiden makend. Bergen broodjes bij de lunch, bergen snoep bij de high tea, die ook al goed werd bezocht. Wat zijn we de gulle gevers toch weer veel dank verschuldigd. Net als de talloze vrijwilligers die van 's ochtends tot 's nachts in touw waren. Bravo! Wie zegt er nog dat Amsterdam een tikkeltje afstandelijk en kil is? Dan was u er de 12e zeker niet bij... We krijgen op 15 november nog het Herendiner (u kunt zich nog inschrijven!) en dan zit het lustrumjaar er op. We zullen het niet snel vergeten. Mogen we elke paar jaar zo'n mooi feest? Rest mij nog namens de lustrumcommissie iedereen te bedanken voor de enorme energie, voor en achter de schermen. Hoe bedoelt u, geen actief burgerschap in ons land? Kijk naar Amsterdam en je ziet dat mensen zelf in staat zijn bergen te verplaatsen. Fantastisch! , om maar even Jonsiaans af te sluiten... Lustrumcommissie
|